De Heilige Geest woei in alle richtingen

David Wilkerson gelooft van alles!

Christenen staan aan de ergste beproevingen bloot, zaken waarvan heidenen vaak geen flauw benul hebben. De ergste beproeving is hun sterfelijkheid. Gelukkig is God al die tijd bij ze. Helaas geloven ze dat niet altijd.

De stervende apostel Paulus schreef met zijn laatste krachten een brief. De brief was gericht aan een leerling, maar omdat een apostel voor de Christenheid actief was (met het oog op het Nieuwe Testament, het tweede Bijbeldeel dat nog moest samengesteld), schreef hij de brief ook voor ons, zoals David Wilkerson, een zelf na zijn dood ook nog brieven sturend prediker, opmerkt:

Hier zijn de woorden van een stervende man. De apostel Paulus schreef hier aan zijn leerling (..): “Want wat mij aangaat, reeds word ik als plengoffer geofferd en het tijdstip van mijn verscheiden staat voor de deur. Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden” (2 Timoteüs 4:6-7).

Hoewel Paulus deze woorden richtte tot Timoteüs spreekt zijn boodschap tot iedere dienaar van Christus die oog in oog staat met een verdrukking. (..) Op het hoogtepunt van zijn eigen verschrikkelijke beproevingen – op het punt van de dood – was Paulus volledig overtuigd van Gods liefde voor hem. Bovendien was hij overtuigd dat de Heer in staat was om “datgene te behouden wat ik aan Hem heb opgedragen” ongeacht alle bewijzen van het tegendeel.

Dat vindt Wilkerson het knappe van geloof: God maakt niet waar wat Hij toezegt en dan toch volhouden! Dát is het geloof vereist om God alsnog waar te laten maken wat hij van plan was waar te maken (mits u voldoende geloof toonde). “Dank!”, roept u, als Hij het alsnog doet, “Ik wist wel dat het zou komen en U nooit iets afneemt – een kind bijvoorbeeld – zonder iets van minstens gelijke waarde terug te geven!”.

Wilkerson vertelt waaraan Paulus zijn sterk geloof tegen de feiten in ontleende (“Waar was hij precies volledig van overtuigd wat hem zo’n groot geloof gaf?“), in een grappig in zijn staart bijtende zin, perfect het circulair karakter van geloof weergevend). Aan zijn sterk geloof!

De krachtig gelovende Paulus was sterk overtuigd van twee dingen:

  1. Satan kan me niet scheiden van de liefde van God
  2. God zal me belonen, als ik aan de voorwaarden voldoe

Wilkerson noteert in zijn brief aan ons nog veel meer geloofsuitspraken. Hun relatie met bovenstaande twee kernovertuigingen is niet altijd duidelijk. Maar Wilkerson suggereert die relatie wel, dus dan is het zo. En alle uitspraken staan verzameld onder het kopje met de kernovertuiging.

Misschien, echter, is het aanbrengen van de kopjes in de brief Wilkerson’s klungelig mensenwerk geweest, terwijl de Heilige Geest geïnspireerd maar weinig gestructureerd door hem heen gierde.

Als geloof is het qualitate qua het vermelden waard, want waar! Zo is te lezen:

In de laatste paar jaar ben ik tot de conclusie gekomen dat het lijden en de beproeving van Gods uitverkorenen vandaag de dag heftiger zijn dan ooit tevoren.

Het heeft dus een tijd geduurd voor Wilkerson tot zijn conclusie kwam.

Een andere conclusie blijkt even later nog veel langere tijd genomen te hebben:

Nadat ik 25 jaar lang voorganger ben geweest voor een gemeente ben ik tot een conclusie gekomen over de rol van de Heilige Geest in onze levens. Ik heb ontdekt dat ik nooit moet proberen een gekwetste gelovige te helpen zonder eerst te bidden dat de Heilige Geest ieder duivels verzet neerslaat.

Lezen wij dit aandachtig, dan bekent Wilkerson hier ruim twintig jaar niet in staat te zijn geweest gekwetste gelovigen in zijn gemeente te helpen. Al die tijd vergat hij, alvorens te beginnen, de Heilige Geest te vragen het duivels verzet in de gekwetste gelovige (of in Wilkerson zelf) te breken. En dat blijkt voorwaarde voor succes. Heel erg!

Wilkerson gelooft wel meer dingen waarover je niet bij Paulus leest:

Ik geloof dat Gods voorbidders speciale doelwitten zijn voor de duivel.

Met voorbidders bedoelt hij mensen die voor andere mensen bidden – alle Christenen doen dat in beginsel, maar Wilkerson zondert toch een groep uit, deze eenennegentigjarige bijvoorbeeld:

Ik voel me uitgeblust, ik heb de Heer zo lang gediend terwijl er van alles op me afgeworpen werd. Ik ben lichamelijk zwak na jaren van lijden – ik heb alle zorgen en beproevingen van anderen voor me …Vanaf dat ik 4 jaar oud was heb ik voor anderen gebeden en heb ik anderen liefgehad. Ik ben al die jaren een voorbidder geweest … ik neem de grond terug die de duivel heeft proberen weg te nemen door te bidden in de Geest … en ik ontvang nieuwe kracht.

Ook gaat Wikerson de strijd aan met andere varianten van het Christendom dan de zijne. Zoals te verwachten bij een Pinkstergemeente-achtige vertegenwoordigt bij hem de Heilige Geest de essentie van de Heilige Drievuldigheid:

Een probleem is dat veel Christenen een hiërarchie opleggen op de drie-eenheid, waarbij ze zichzelf overtuigen van het volgende: “God de Vader is eerst, Jezus Christus als tweede en de Heilige Geest als derde”

Niets kan verder van de waarheid zitten als dit. De Heilige Geest is zelf de essentie van God, en Hij dient gehoorzaamd te worden.

En zo is er nog veel meer door de Heilige Geest geïnspireerde tekst te genieten. Maar omdat structuur ontbreekt en om u niet helemaal het gevoel te geven “Waar gaat dit over?”, laat ik het hierbij.

Is de Heilige Geest de essentie van de drie-eenheid, dan is God een wauwelaar.

Een alternatieve lezing is dat Wilkerson tot op het laatst met succes door duivels is bezet. Een aardse versie van de vorige verklaring kan ook niet geheel worden uitgesloten: Wilkerson was een wauwelaar.

The URI to TrackBack this entry is: https://hogerhoning.wordpress.com/2011/11/09/de-heilige-geest-woei-nog-steeds/trackback/