David Wilkerson gelooft van alles!
Christenen staan aan de ergste beproevingen bloot, zaken waarvan heidenen vaak geen flauw benul hebben. De ergste beproeving is hun sterfelijkheid. Gelukkig is God al die tijd bij ze. Helaas geloven ze dat niet altijd.
De stervende apostel Paulus schreef met zijn laatste krachten een brief. De brief was gericht aan een leerling, maar omdat een apostel voor de Christenheid actief was (met het oog op het Nieuwe Testament, het tweede Bijbeldeel dat nog moest samengesteld), schreef hij de brief ook voor ons, zoals David Wilkerson, een zelf na zijn dood ook nog brieven sturend prediker, opmerkt:
Dat vindt Wilkerson het knappe van geloof: God maakt niet waar wat Hij toezegt en dan toch volhouden! Dát is het geloof vereist om God alsnog waar te laten maken wat hij van plan was waar te maken (mits u voldoende geloof toonde). “Dank!”, roept u, als Hij het alsnog doet, “Ik wist wel dat het zou komen en U nooit iets afneemt – een kind bijvoorbeeld – zonder iets van minstens gelijke waarde terug te geven!”.
Wilkerson vertelt waaraan Paulus zijn sterk geloof tegen de feiten in ontleende (“Waar was hij precies volledig van overtuigd wat hem zo’n groot geloof gaf?“), in een grappig in zijn staart bijtende zin, perfect het circulair karakter van geloof weergevend). Aan zijn sterk geloof!
De krachtig gelovende Paulus was sterk overtuigd van twee dingen:
- Satan kan me niet scheiden van de liefde van God
- God zal me belonen, als ik aan de voorwaarden voldoe
Wilkerson noteert in zijn brief aan ons nog veel meer geloofsuitspraken. Hun relatie met bovenstaande twee kernovertuigingen is niet altijd duidelijk. Maar Wilkerson suggereert die relatie wel, dus dan is het zo. En alle uitspraken staan verzameld onder het kopje met de kernovertuiging.
Misschien, echter, is het aanbrengen van de kopjes in de brief Wilkerson’s klungelig mensenwerk geweest, terwijl de Heilige Geest geïnspireerd maar weinig gestructureerd door hem heen gierde.
Als geloof is het qualitate qua het vermelden waard, want waar! Zo is te lezen:
Het heeft dus een tijd geduurd voor Wilkerson tot zijn conclusie kwam.
Een andere conclusie blijkt even later nog veel langere tijd genomen te hebben:
Lezen wij dit aandachtig, dan bekent Wilkerson hier ruim twintig jaar niet in staat te zijn geweest gekwetste gelovigen in zijn gemeente te helpen. Al die tijd vergat hij, alvorens te beginnen, de Heilige Geest te vragen het duivels verzet in de gekwetste gelovige (of in Wilkerson zelf) te breken. En dat blijkt voorwaarde voor succes. Heel erg!
Wilkerson gelooft wel meer dingen waarover je niet bij Paulus leest:
Ik geloof dat Gods voorbidders speciale doelwitten zijn voor de duivel.
Met voorbidders bedoelt hij mensen die voor andere mensen bidden – alle Christenen doen dat in beginsel, maar Wilkerson zondert toch een groep uit, deze eenennegentigjarige bijvoorbeeld:
Ook gaat Wikerson de strijd aan met andere varianten van het Christendom dan de zijne. Zoals te verwachten bij een Pinkstergemeente-achtige vertegenwoordigt bij hem de Heilige Geest de essentie van de Heilige Drievuldigheid:
En zo is er nog veel meer door de Heilige Geest geïnspireerde tekst te genieten. Maar omdat structuur ontbreekt en om u niet helemaal het gevoel te geven “Waar gaat dit over?”, laat ik het hierbij.
Is de Heilige Geest de essentie van de drie-eenheid, dan is God een wauwelaar.
Een alternatieve lezing is dat Wilkerson tot op het laatst met succes door duivels is bezet. Een aardse versie van de vorige verklaring kan ook niet geheel worden uitgesloten: Wilkerson was een wauwelaar.